Arnhem, Nijmegen, Elst en Bemmel willen de onderlinge contacten intensiveren. Grootschalige ontwikkelingen in Over-Betuwe vragen om nauwere samenwerking, vinden de nieuwe wethouders Ruimtelijke Ordening.
door Marco Bouman en Job van der Meer

De gemeenten Lingewaard, Overbetuwe, Arnhem en Nijmegen willen nauwer gaan samenwerken. Dat hebben de wethouders van Ruimtelijke Ordening aangekondigd in een onderling debat, door dagblad De Gelderlander georganiseerd.
Het hart van de Stadsregio Arnhem Nijmegen wil op die manier een krachtiger signaal kunnen afgeven richting Den Haag en Brussel. De hoop is dat zo meer landelijke en Europese subsidie voor het gebied kan worden binnengehaald.
Het streven van de RO-wethouders is om zeker twee keer per jaar bijeen te komen om kennis uit te wisselen en onderwerpen af te stemmen. Voorzitter Jaap Modder van de Stadsregio Arnhem Nijmegen juicht het initiatief toeDe vier gemeenten hebben op allerlei fronten met elkaar te maken. Arnhem (Schuytgraaf) en Nijmegen (Waalsprong) breiden fors uit in de Betuwe. Lingewaard en Overbetuwe zien dat meer en meer met argusogen aan. Ook speelt het doortrekken van de A15 en de aanleg van Park Lingezegen.
Drie van de vier wethouders (Margreet van Gastel voor Arnhem, Frans Schut voor Lingewaard en Jan van Baal voor Overbetuwe) zijn net aangetreden. Nijmegenaar Jan van der Meer is al langer wethouder, maar is nieuw op Ruimtelijke Ordening. Hij vindt dat de samenwerking op dat vlak tussen de vier gemeenten tot nu toe te wensen heeft overgelaten. „Terwijl je samen sterk staat in de stadsregio en ten opzicht van het rijk.”
Van Gastel en Van der Meer willen tevens de bouwopgave van de Stadsregio voor de komende jaren in de steden opvangen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten